Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. tyvärr:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor tyvärr (Zweeds) in het Duits

tyvärr:

tyvärr bijvoeglijk naamwoord

  1. tyvärr (o)
    ach
    • ach bijvoeglijk naamwoord

tyvärr zelfstandig naamwoord

  1. tyvärr (otur; synd; ledsen)
    der Jammer
    • Jammer [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tyvärr:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Jammer ledsen; otur; synd; tyvärr kris; nödsituation
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ach o; tyvärr fåna dig inte; skärp dig; sluta larva dig

Synoniemen voor "tyvärr":

  • dessvärre

Wiktionary: tyvärr

tyvärr
adverb
  1. Gaunersprache: Ausruf des Bedauerns: bedauerlicherweise
  1. Ausdruck des Bedauerns

Cross Translation:
FromToVia
tyvärr leider; unglücklicherweise unfortunately — happening through bad luck