Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. verb:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor verb (Zweeds) in het Duits

verb:

verb [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. verb
    Verb; die Zeitwörter; Zeitwort
    • Verb [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Zeitwörter [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Zeitwort [das ~] zelfstandig naamwoord
  2. verb
    Verb
    • Verb [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor verb:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Verb verb
Zeitwort verb
Zeitwörter verb

Wiktionary: verb

verb
noun
  1. Grammatik: Wortart, mit der eine Handlung (beispielsweise spielen, lachen, werfen), ein Zustand (glänzen, sich auflösen) oder ein Geschehen (regnen, schneien) ausgedrückt wird
  2. Linguistik: Wortart, mit der eine Handlung (z.B. spielen, lachen, werfen), ein Zustand (glänzen, sich auflösen) oder ein Geschehen (regnen, schneien) ausgedrückt wird.

Cross Translation:
FromToVia
verb Zeitwort; Verb; Tätigkeitswort werkwoord — woordsoort die in de eerste plaats een handeling of toestand uitdrukt
verb Verb; Verbum; Zeitwort verb — (grammar) a word that indicates an action, event, or a state
verb Zeitwort; Verbum; Verb verbe — Mot qui exprime une action ou un état