Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. forehand:
  2. Wiktionary:
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. forehand:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor forehand (Zweeds) in het Engels

forehand:

forehand [-en] zelfstandig naamwoord

  1. forehand
    the forehand
    • forehand [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor forehand:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
forehand forehand

Wiktionary: forehand

forehand
noun
  1. stroke in racket sports



Engels

Uitgebreide vertaling voor forehand (Engels) in het Zweeds

forehand:

forehand [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the forehand
    forehand

Vertaal Matrix voor forehand:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
forehand forehand
- forehand shot; forehand stroke
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- forehanded

Verwante woorden van "forehand":

  • forehands

Synoniemen voor "forehand":

  • forehanded
  • forehand stroke; forehand shot; return

Antoniemen van "forehand":

  • backhand

Verwante definities voor "forehand":

  1. (of racket strokes) made with palm facing direction of stroke1
  2. (sports) a return made with the palm of the hand facing the direction of the stroke (as in tennis or badminton or squash)1

Wiktionary: forehand

forehand
noun
  1. stroke in racket sports