Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. kanal:
  2. Kanal:
  3. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor kanal (Zweeds) in het Engels

kanal:

kanal [-en] zelfstandig naamwoord

  1. kanal
    the canal; the channel
    • canal [the ~] zelfstandig naamwoord
    • channel [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. kanal
    the channel
    – A path through which information passes between two computers or devices. It can refer to the physical medium (such as wires) or to a set of properties that distinguishes one channel from another. 1
    • channel [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. kanal
    the channel
    – The distribution method used for a campaign activity in a marketing campaign. 1
    • channel [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. kanal (dike; farväg)
    the groove; the channel; the fairway; the ditch; the lane
    • groove [the ~] zelfstandig naamwoord
    • channel [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fairway [the ~] zelfstandig naamwoord
    • ditch [the ~] zelfstandig naamwoord
    • lane [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. kanal (kommunikationskanal)
    the channel; the communications channel; the communication channel
    – A medium for transferring information. Depending on its type, a communications channel can carry information (data, sound, and/or video) in either analog or digital form. A communications channel can be a physical link, such as the cable connecting two stations in a network, or it can consist of some electromagnetic transmission on one or more frequencies within a bandwidth in the electromagnetic spectrum, as in radio and television, or in optical, microwave, or voice-grade communication. 1

Vertaal Matrix voor kanal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
canal kanal stadskanal
channel dike; farväg; kanal; kommunikationskanal tevekanal
communication channel kanal; kommunikationskanal
communications channel kanal; kommunikationskanal
ditch dike; farväg; kanal dike
fairway dike; farväg; kanal
groove dike; farväg; kanal dike; fåra; hack; inskärning; myntinkast; repa; räffla; skåra; springa
lane dike; farväg; kanal allé; byväg; körbana; körfil; landsortsväg; lantväg; liten gata; stig
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
groove fåra; karva; skåra
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
channel farled; inseglingsränna; segelled; segelränna
ditch dika
fairway farled; segelled
groove falsa; käl

Synoniemen voor "kanal":


Wiktionary: kanal

kanal
noun
  1. A means by which something is transmitted
  2. artificial waterway

Cross Translation:
FromToVia
kanal waterway; canal vaart — een kanaal, een bevaarbaar gemaakte watergang
kanal canal kanaal — waterstaat|nld gegraven waterweg, (scheepvaartkanaal)
kanal canal Grachtniederdeutsch, ostniederdeutsch: Wassergraben, Kanal
kanal canal Gracht — innerstädtische Kanalstraße niederländischer oder vereinzelt deutscher Städte
kanal channel Kanal — bestimmter Frequenzbereich in Rundfunk- oder Fernsehtechnik
kanal canal Kanal — allgemeiner Übertragungsweg für Information in der Informationstheorie
kanal channel Kanal — natürliche Meeresstraße
kanal drain; sewer Kanal — Abwasserentsorgung im Siedlungsgebiet
kanal canal Kanal — künstlich errichteter Wasserlauf oder Verkehrsweg

Kanal:

Kanal

  1. Kanal
    the Channel
    – A drop-down list on the Campaign Activity form from which users can select the method of distribution for a campaign activity. Values include Phone, Appointment, Letter, Letter via Mail Merge. 1
    • Channel [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Kanal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Channel Kanal

Verwante vertalingen van kanal