Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. arrendator:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor arrendator (Zweeds) in het Engels

arrendator:

arrendator [-en] zelfstandig naamwoord

  1. arrendator
    the leaseholder
  2. arrendator
    the lessee; the leaseholder; the ground lessee; the leasehold tenant

Vertaal Matrix voor arrendator:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ground lessee arrendator
leasehold tenant arrendator
leaseholder arrendator
lessee arrendator bostadsinnehavare; husinnehavare; invånare; lägenhetsinnehavare
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
leaseholder förpaktare

Synoniemen voor "arrendator":


Wiktionary: arrendator

arrendator
noun
  1. one who pays a fee in return for the use of land, etc.

Verwante vertalingen van arrendator