Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. bruklig:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor bruklig (Zweeds) in het Engels

bruklig:

bruklig bijvoeglijk naamwoord

  1. bruklig (brukligt; vanligt)
    true to habit; as usual; customary

Vertaal Matrix voor bruklig:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
customary bruklig; brukligt; vanligt allmän; allmänt; konventionell; konventionellt; sedvanligt; traditionellt; traditionsbunden; traditionsbundet; vanligt
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
as usual bruklig; brukligt; vanligt
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
customary usuell; övlig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
true to habit bruklig; brukligt; vanligt

Synoniemen voor "bruklig":


Wiktionary: bruklig

bruklig
adjective
  1. capable of being used

Cross Translation:
FromToVia
bruklig common; in use; usual gebräuchlich — im Gebrauch; im gegenwärtigen Gebrauch befindlich; in bestimmter Häufigkeit verwendet
bruklig conventional; traditional herkömmlich — so, dass es den allgemeinen Gepflogenheiten entspricht; von jeher üblich
bruklig obligatory obligatdazugehörig
bruklig accustomed; customary; usual; wonted; conventional; habitual habituel — Qui est devenu une habitude, qui est passé en habitude.