Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Engels ->Zoek: förmögen

Zweedse en Engelse zoekresultaten voor: förmögen

Overzicht

Zweeds naar Engels: Meer gegevens...

förmögen:
- mature; independent
Wiktionary:
- förmögen → affluent, well-to-do
- förmögen → wealthy, affluent, well off, well-to-do

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor förmögen (Zweeds) in het Engels

förmögen:

förmögen bijvoeglijk naamwoord

förmögen (vuxen)
mature; independent
- mature bijvoeglijk naamwoord
- independent bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor förmögen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
independent		onberoende; självständig
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
mature		bli vuxen; mogna; växa till sig; åldras
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
independent	förmögen; vuxen	fri; fritt; oavhängig; oavhängigt; oberoende; självständig; självständigt
mature	förmögen; vuxen	färdigutvecklad; färdigutvecklat; mogen; moget; vuxen; vuxet
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
independent		partilös; partilöst
mature		fullmogen

Synoniemen voor "förmögen":

välbeställd; välbärgad; likvid; rik

Wiktionary: förmögen

förmögen

adjective

abounding in goods or riches; materially wealthy
- affluent → välbärgad; rik; förmögen
rich
- well-to-do → välbärgad; välbeställd; förmögen; välsituerad

Cross Translation:

From	To	Via
• förmögen	→ wealthy; affluent	↔ begütert — großes Vermögen besitzend
• förmögen	→ well off; well-to-do	↔ betucht — im Besitz von ansehnlichem Vermögen
• förmögen	→ wealthy	↔ vermögend — ein Vermögen besitzend