Zweeds
Uitgebreide vertaling voor hankontakt (Zweeds) in het Engels
hankontakt: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- han: he; the person who; the one that
- kontakt: line; contact; connection; linkage; linking; junctions; telephone connection; touch; switch; business contact
- hån: scoffing; jeering; mock; scorn; taunt; mocking; mockery; derision; joking; travesty; sarcasm; taunts; sneering; jeers; sneers; obloquy; poke fun at; scornful laughter; scornful tone
- hankön: male
- takt: cadence; consideration; discretion; decency; delicacy
Wiktionary: hankontakt
hankontakt
adjective
-
having an external plug
- male → hankontakt; hane