Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. ledighet:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor ledighet (Zweeds) in het Engels

ledighet:

ledighet [-en] zelfstandig naamwoord

  1. ledighet (lätthet; färdighet; flinkhet)
    the facility
    • facility [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. ledighet (löshet; vidd)
    the looseness; the laxity
    • looseness [the ~] zelfstandig naamwoord
    • laxity [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor ledighet:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
facility flinkhet; färdighet; ledighet; lätthet anskaffande; anskaffning; bostad; framskaffande; lokal; mått; utverkande
laxity ledighet; löshet; vidd
looseness ledighet; löshet; vidd löshet
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
facility facilitet

Synoniemen voor "ledighet":


Wiktionary: ledighet

ledighet
noun
  1. freedom provided
  2. absence from work
  3. period of one or more days taken off work by an employee for leisure
  4. holiday, period of leisure time

Cross Translation:
FromToVia
ledighet holidays; vacations; vacation Ferienschulfrei oder arbeitsfrei oder semesterfreie Zeit einer staatlichen Institution, ausgenommen die Wochenenden und Feiertage
ledighet leisure Muße — arbeitsfreie Zeit für Erholung, Entspannung