Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. nål:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor nål (Zweeds) in het Engels

nål:

nål [-en] zelfstandig naamwoord

  1. nål
    the needle
    • needle [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. nål
    the suture needle; the surgical needle

Vertaal Matrix voor nål:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
needle nål injektionsnål
surgical needle nål
suture needle nål
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
needle hetsa; provocera; reta; uppröra
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
needle barr; synål

Wiktionary: nål

nål
noun
  1. indicating device
  2. sensor phonograph stylus
  3. implement for sewing etc.

Cross Translation:
FromToVia
nål needle Nadel — längliches, dünnes Werkzeug mit Spitze, je nach Verwendungszweck unterschiedlich geformt
nål needle aiguille — Traductions à trier suivant le sens
nål needle; pin épingle — Petite tige de métal (laiton, cuivre, fer, acier, etc.) terminée par une pointe à un bout et, de l’autre, par une tête cf|tête d’épingle.

Verwante vertalingen van nål