Pest: vertaling Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Engels: Meer gegevens...

pest:
- plague; epidemic; pestilence; nuisance; pain in the neck; bore; troublemaker; pest; handful
Wiktionary:
- pest → plague, pestilence

Engels naar Zweeds: Meer gegevens...

pest:
- elände; besvär; plåga; pest; otyg; olägenhet; bråkstake; oskick

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor pest (Zweeds) in het Engels

pest:

pest [-en] zelfstandig naamwoord

pest (epedemi)
the plague; the epidemic; the pestilence
- plague [the ~] zelfstandig naamwoord
- epidemic [the ~] zelfstandig naamwoord
- pestilence [the ~] zelfstandig naamwoord
pest (otyg; elände; besvär; plåga; olägenhet; bråkstake; oskick)
the nuisance; the pain in the neck; the bore; the troublemaker; the pest; the handful
- nuisance [the ~] zelfstandig naamwoord
- pain in the neck [the ~] zelfstandig naamwoord
- bore [the ~] zelfstandig naamwoord
- troublemaker [the ~] zelfstandig naamwoord
- pest [the ~] zelfstandig naamwoord
- handful [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pest:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bore	besvär; bråkstake; elände; olägenhet; oskick; otyg; pest; plåga	diameter; kaliber; tjatmoster; tjatmåns
epidemic	epedemi; pest	epidemi
handful	besvär; bråkstake; elände; olägenhet; oskick; otyg; pest; plåga
nuisance	besvär; bråkstake; elände; olägenhet; oskick; otyg; pest; plåga	besvär; hinder; irritation; mishandlingar; obehag; obekvämlighet; olägenhet; omak; plågoande; störd utav; tyrann
pain in the neck	besvär; bråkstake; elände; olägenhet; oskick; otyg; pest; plåga	bov; dumbom; kryp; osympatisk person; rackare; skojara; skurk; tjatmoster; tjatmåns; usling; äckel
pest	besvär; bråkstake; elände; olägenhet; oskick; otyg; pest; plåga
pestilence	epedemi; pest
plague	epedemi; pest
troublemaker	besvär; bråkstake; elände; olägenhet; oskick; otyg; pest; plåga	bråkmakare; orosstiftare; upprorsmakare
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bore		borra; tråka ut; vara uttråkad
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
epidemic		epidemisk; epidemiskt
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bore		döddansare; torris; tråkmåns
epidemic		epidemi; epidemisk; farsot
nuisance		oting
pestilence		farsot
troublemaker		krångelmakare

Synoniemen voor "pest":

plåga; plågoris; farsot; pina

Wiktionary: pest

Cross Translation:

From	To	Via
• pest	→ plague; pestilence	↔ Pest — ohne Plural, Medizin: hochgradig ansteckende Krankheit, die durch das Bakterium Yersinia pestis verursacht wird.
• pest	→ plague	↔ peste — Maladie

Verwante vertalingen van pest

Engels

Uitgebreide vertaling voor pest (Engels) in het Zweeds

pest:

pest [the ~] zelfstandig naamwoord

the pest (nuisance; pain in the neck; bore; troublemaker; handful)
elände; besvär; plåga; pest; otyg; olägenhet; bråkstake; oskick
- elände [-ett] zelfstandig naamwoord
- besvär [-ett] zelfstandig naamwoord
- plåga [-en] zelfstandig naamwoord
- pest [-en] zelfstandig naamwoord
- otyg [-ett] zelfstandig naamwoord
- olägenhet [-en] zelfstandig naamwoord
- bråkstake [-en] zelfstandig naamwoord
- oskick [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pest:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
besvär	bore; handful; nuisance; pain in the neck; pest; troublemaker	ailment; bother; complaint; difficulty; disease; disorder; distress; fuss; grief; hassle; hindrance; impediment; inconvenience; load; mess; misery; nuisance; obstacle; pain; sadness; sorrow; trouble; weight
bråkstake	bore; handful; nuisance; pain in the neck; pest; troublemaker	Hell's Angel; Teddy boy; rowdy
elände	bore; handful; nuisance; pain in the neck; pest; troublemaker	adversity; bad luck; dearth; destitution; hardship; lack; miserability; miseries; misery; misfortune; need; paucity; penury; poverty; reverse; sorrow; squalor; trouble; want; woes
olägenhet	bore; handful; nuisance; pain in the neck; pest; troublemaker	bother; difficulty; disadvantage; drawback; hindrance; impediment; inconvenience; load; nuisance; obstacle; trouble; weight
oskick	bore; handful; nuisance; pain in the neck; pest; troublemaker
otyg	bore; handful; nuisance; pain in the neck; pest; troublemaker
pest	bore; handful; nuisance; pain in the neck; pest; troublemaker	epidemic; pestilence; plague
plåga	bore; handful; nuisance; pain in the neck; pest; troublemaker
-	blighter; cuss; gadfly; pesterer; pestilence; pestis; plague
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
plåga		aggrieve; antagonise; antagonize; badger; be a nuisance; bully; harass; hurt; nag; offend; pester; provoke; tease; torment; torture
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
plåga		harassment

Verwante woorden van "pest":

pests

Synoniemen voor "pest":

plague; pestilence; pestis; epidemic disease
blighter; cuss; pesterer; gadfly; tormentor; tormenter; persecutor
animal; animate being; beast; brute; creature; fauna

Verwante definities voor "pest":

any unwanted and destructive insect or other animal that attacks food or crops or livestock etc.¹
- he sprayed the garden to get rid of pests¹
- many pests have developed resistance to the common pesticides¹
a persistently annoying person¹
any epidemic disease with a high death rate¹
a serious (sometimes fatal) infection of rodents caused by Yersinia pestis and accidentally transmitted to humans by the bite of a flea that has bitten an infected animal¹

Zweedse en Engelse zoekresultaten voor: pest

Uitgebreide vertaling voor pest (Zweeds) in het Engels

pest:

pest [-en] zelfstandig naamwoord

pest (epedemi)

pest (otyg; elände; besvär; plåga; olägenhet; bråkstake; oskick)

Vertaal Matrix voor pest:

Synoniemen voor "pest":

Wiktionary: pest

Verwante vertalingen van pest

Uitgebreide vertaling voor pest (Engels) in het Zweeds

pest:

pest [the ~] zelfstandig naamwoord

the pest (nuisance; pain in the neck; bore; troublemaker; handful)

Vertaal Matrix voor pest:

Verwante woorden van "pest":

Synoniemen voor "pest":

Verwante definities voor "pest":

Verwante vertalingen van pest