Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. sjuk:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor sjuk (Zweeds) in het Engels

sjuk:

sjuk bijvoeglijk naamwoord

  1. sjuk (dålig; dåligt; sjukt)
    diseased; ill; suffering from a disease

sjuk zelfstandig naamwoord

  1. sjuk (krasslig)
    the ailing
    • ailing [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor sjuk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ailing krasslig; sjuk
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ailing drumlig; drumligt; klumpig; klumpigt; sjuklig; sjukligt
diseased dålig; dåligt; sjuk; sjukt
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
ailing hankig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ill dålig; dåligt; sjuk; sjukt ofördelaktigt; olycklig; olyckligt; tvärtom
suffering from a disease dålig; dåligt; sjuk; sjukt

Synoniemen voor "sjuk":


Wiktionary: sjuk

sjuk
adjective
  1. suffering from a disease
  2. reprehensible
  3. in poor health
verb
  1. become ill

Cross Translation:
FromToVia
sjuk ill; sick krank — körperlich, gesundheitlich eingeschränkt sein
sjuk ill; unwell; ailing malade — Dont la santé est altérer.
sjuk unhealthy; ill; sick; unwell; ailing malsain — Qui n’est pas sain, qui a en soi le germe de quelque maladie. (Sens général).

Verwante vertalingen van sjuk