Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. slam:
  2. Wiktionary:
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. slam:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor slam (Zweeds) in het Engels

slam:

slam [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. slam (gyttja; sörja; lera; smuts; dy)
    the dredgings; the mud; the slush; the silt; the mud flat
    • dredgings [the ~] zelfstandig naamwoord
    • mud [the ~] zelfstandig naamwoord
    • slush [the ~] zelfstandig naamwoord
    • silt [the ~] zelfstandig naamwoord
    • mud flat [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. slam (skräll; smäll)
    the slam
    • slam [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor slam:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dredgings dy; gyttja; lera; slam; smuts; sörja
mud dy; gyttja; lera; slam; smuts; sörja lera; lerig; lerjord; smuts
mud flat dy; gyttja; lera; slam; smuts; sörja långgrund strand; vad
silt dy; gyttja; lera; slam; smuts; sörja
slam skräll; slam; smäll
slush dy; gyttja; lera; slam; smuts; sörja droppe; klick; snöslask; snösörja
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
silt slamma
slam dänga; slå; slå igen; slås igen; smälla
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
mud mudder
silt uppslamma
slam smäcka
slush modd
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mud lerig; lerigt

Synoniemen voor "slam":


Wiktionary: slam


Cross Translation:
FromToVia
slam silt; mud vasebourbe, limon qui se déposer au fond de la mer, des fleuves, des étangs, etc.



Engels

Uitgebreide vertaling voor slam (Engels) in het Zweeds

slam:

to slam werkwoord (slams, slammed, slamming)

  1. to slam
    smälla; dänga; slå igen
    • smälla werkwoord (smäller, smällde, smällt)
    • dänga werkwoord (dängar, dängade, dängat)
    • slå igen werkwoord (slår igen, slog igen, slagit igen)
  2. to slam (quell)
    slå; smälla; slå igen; slås igen
    • slå werkwoord (slår, slog, slagit)
    • smälla werkwoord (smäller, smällde, smällt)
    • slå igen werkwoord (slår igen, slog igen, slagit igen)
    • slås igen werkwoord

Conjugations for slam:

present
  1. slam
  2. slam
  3. slams
  4. slam
  5. slam
  6. slam
simple past
  1. slammed
  2. slammed
  3. slammed
  4. slammed
  5. slammed
  6. slammed
present perfect
  1. have slammed
  2. have slammed
  3. has slammed
  4. have slammed
  5. have slammed
  6. have slammed
past continuous
  1. was slamming
  2. were slamming
  3. was slamming
  4. were slamming
  5. were slamming
  6. were slamming
future
  1. shall slam
  2. will slam
  3. will slam
  4. shall slam
  5. will slam
  6. will slam
continuous present
  1. am slamming
  2. are slamming
  3. is slamming
  4. are slamming
  5. are slamming
  6. are slamming
subjunctive
  1. be slammed
  2. be slammed
  3. be slammed
  4. be slammed
  5. be slammed
  6. be slammed
diverse
  1. slam!
  2. let's slam!
  3. slammed
  4. slamming
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

slam [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the slam
    smäll; slam; skräll
    • smäll [-en] zelfstandig naamwoord
    • slam [-ett] zelfstandig naamwoord
    • skräll [-ett] zelfstandig naamwoord

slam

  1. slam (hit)

Vertaal Matrix voor slam:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skräll slam
slam slam dredgings; mud; mud flat; silt; slush
slå hit; smash; smash hit; smasher; winner
smäll slam bang; blow; boom; crack; detonation; explosion; flap; pop; slap
- barb; dig; gibe; jibe; shaft; shot; sweep
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dänga slam
slå quell; slam ache; bang; batter; beat; belt; bruise; clip; contuse; hammer; hit; hurt; injure; mow; pound; punch; slap; smack; smash; strike; thump; wound
slå igen quell; slam click shut; close; fill in; fill up; shut
slås igen quell; slam
smälla quell; slam bang; boom; crack; hammer; hit; pop; slap; smack
- bang; flap down; mosh; slam dance; thrash
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
smäcka hit; slam

Verwante woorden van "slam":

  • slams

Synoniemen voor "slam":


Verwante definities voor "slam":

  1. an aggressive remark directed at a person like a missile and intended to have a telling effect1
  2. a forceful impact that makes a loud noise1
  3. the noise made by the forceful impact of two objects1
  4. winning all or all but one of the tricks in bridge1
  5. strike violently1
    • slam the ball1
  6. throw violently1
    • He slammed the book on the table1
  7. close violently1
    • He slammed the door shut1
  8. dance the slam dance1

Wiktionary: slam


Cross Translation:
FromToVia
slam smälla knallen — einen Knall von sich geben
slam banka; drabba; slå battrefrapper de coups répétés.

Verwante vertalingen van slam