Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. veckoslut:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor veckoslut (Zweeds) in het Engels

veckoslut:

veckoslut [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. veckoslut (weekend; veckända; veckoända)
    the weekend
    • weekend [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor veckoslut:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
weekend veckoslut; veckoända; veckända; weekend
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
weekend veckohelg

Synoniemen voor "veckoslut":


Wiktionary: veckoslut

veckoslut
noun
  1. break in the working week

Cross Translation:
FromToVia
veckoslut weekend Wochenende — meist arbeitsfrei und schulfreies Ende der Woche; Samstag und Sonntag
veckoslut weekend weekend — de periode van vrijdagavond tot en met zondagnacht
veckoslut weekend week-end — Week-end