Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. emigrant:
  2. Wiktionary:
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. emigrant:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor emigrant (Zweeds) in het Engels

emigrant:

emigrant [-en] zelfstandig naamwoord

  1. emigrant (utvandrare)
    the emigrant; the expatriate

Vertaal Matrix voor emigrant:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
emigrant emigrant; utvandrare
expatriate emigrant; utvandrare
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
expatriate expatriera

Wiktionary: emigrant

emigrant
noun
  1. person living outside own country
  2. An expatriate
  3. body emigrants; emigrants collectively

Cross Translation:
FromToVia
emigrant emigrant EmigrantAuswanderer, besonders aus politischen oder religiösen Gründen
emigrant migrant Migrant — Person, die ihren Wohnsitz aus ihrem Heimatland in ein anderes Land verlagert



Engels

Uitgebreide vertaling voor emigrant (Engels) in het Zweeds

emigrant:

emigrant [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the emigrant (expatriate)
    emigrant; utvandrare

Vertaal Matrix voor emigrant:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
emigrant emigrant; expatriate
utvandrare emigrant; expatriate migrant; migrants
- emigre; emigree; outgoer

Verwante woorden van "emigrant":


Synoniemen voor "emigrant":

  • emigre; emigree; outgoer; migrant; migrator

Verwante definities voor "emigrant":

  1. someone who leaves one country to settle in another1

Wiktionary: emigrant


Cross Translation:
FromToVia
emigrant emigrant EmigrantAuswanderer, besonders aus politischen oder religiösen Gründen