Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. magnet:
  2. Wiktionary:
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. magnet:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor magnet (Zweeds) in het Engels

magnet:

magnet [-en] zelfstandig naamwoord

  1. magnet
    the magnet
    • magnet [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. magnet
    the magnet; the loadstone
    • magnet [the ~] zelfstandig naamwoord
    • loadstone [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor magnet:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
loadstone magnet
magnet magnet

Wiktionary: magnet

magnet
noun
  1. piece of material that attracts some metals by magnetism

Cross Translation:
FromToVia
magnet magnet magneet — (natuurkunde, nld) voorwerp dat een magnetisch veld verspreidt
magnet magnet MagnetPhysik: ferromagnetischer Stoff, der die Eigenschaft hat, andere ferromagnetische Stoffe anzuziehen

Computer vertaling door derden:


Engels

Uitgebreide vertaling voor magnet (Engels) in het Zweeds

magnet:

magnet [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the magnet (loadstone)
    magnet
    • magnet [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor magnet:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
magnet loadstone; magnet
- attracter; attraction; attractive feature; attractor

Verwante woorden van "magnet":

  • magnets

Synoniemen voor "magnet":


Verwante definities voor "magnet":

  1. (physics) a device that attracts iron and produces a magnetic field1
  2. a characteristic that provides pleasure and attracts1

Wiktionary: magnet

magnet
noun
  1. piece of material that attracts some metals by magnetism

Cross Translation:
FromToVia
magnet magnet magneet — (natuurkunde, nld) voorwerp dat een magnetisch veld verspreidt
magnet magnet MagnetPhysik: ferromagnetischer Stoff, der die Eigenschaft hat, andere ferromagnetische Stoffe anzuziehen

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van magnet