Antal in het Spaans vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Spaans: Meer gegevens...

antal:
- cantidad; número; monte; cifra; dosis; decena; cuanto; cuantía; frecuencia; contador
Wiktionary:
- antal → serie, cantidad, número

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor antal (Zweeds) in het Spaans

antal (nummer; dos; mängd)
la cantidad; el número; el monte; la cifra; la dosis
- cantidad [la ~] zelfstandig naamwoord
- número [el ~] zelfstandig naamwoord
- monte [el ~] zelfstandig naamwoord
- cifra [la ~] zelfstandig naamwoord
- dosis [la ~] zelfstandig naamwoord
antal (tiotal)
la decena
- decena [la ~] zelfstandig naamwoord
antal (kvantitet)
el cuanto; la cuantía
- cuanto [el ~] zelfstandig naamwoord
- cuantía [la ~] zelfstandig naamwoord
antal (vanlighet; tät förekomst)
la frecuencia
- frecuencia [la ~] zelfstandig naamwoord
antal
el contador
- contador [el ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
cantidad	antal; dos; mängd; nummer	belopp; flock; grad; grupp; hord; massa; summa
cifra	antal; dos; mängd; nummer	kode; nummer; siffra; tal
contador	antal	besöksräknare; bokförare; bokhållare; revisor; tidsvärde; tidsvärde för replik
cuanto	antal; kvantitet
cuantía	antal; kvantitet
decena	antal; tiotal	tiofalt
dosis	antal; dos; mängd; nummer	dos; doser; dosis
frecuencia	antal; tät förekomst; vanlighet	antal gånger; frekvens; hertz; svängningar per sekund
monte	antal; dos; mängd; nummer	skog
número	antal; dos; mängd; nummer	betug; grad; nummer; nummerpresentation; poäng; siffra; tal

Cross Translation:

From	To	Via
• antal	→ serie; cantidad; número	↔ number — quantity
• antal	→ número	↔ Anzahl — eine Anzahl: einige; ein gewisser Anteil einer Gesamtzahl
• antal	→ número	↔ nombre — (mathématiques) concept mathématique représentant une quantité.