Overzicht
Zweeds naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. daglig:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor daglig (Zweeds) in het Spaans

daglig:

daglig bijvoeglijk naamwoord

  1. daglig (dagligt)
    diario
    • diario bijvoeglijk naamwoord
  2. daglig (dagligt)
    de todos los días; al día; diario; de cada día

Vertaal Matrix voor daglig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
diario dagbok; dagstidning; journal; logg; loggbok; nyheter; tidning
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
al día daglig; dagligt aktuell; aktuellt; gällande; modern; modernt; nutida; nuvarande; närvarande; samtida; tidsenlig; tidsenligt
de cada día daglig; dagligt
de todos los días daglig; dagligt
diario daglig; dagligt dagligen; dagligt

Wiktionary: daglig


Cross Translation:
FromToVia
daglig diario; cotidiano daily — that occurs every day
daglig diario; cotidiano journalier — Qui se fait chaque jour.