Overzicht
Zweeds naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. fågel:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor fågel (Zweeds) in het Spaans

fågel:

fågel [-en] zelfstandig naamwoord

  1. fågel
    el pájaro; la ave; la gallina; el tipo; el pollo; la pollita; la gallina joven; la perdiz
    • pájaro [el ~] zelfstandig naamwoord
    • ave [la ~] zelfstandig naamwoord
    • gallina [la ~] zelfstandig naamwoord
    • tipo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • pollo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • pollita [la ~] zelfstandig naamwoord
    • gallina joven [la ~] zelfstandig naamwoord
    • perdiz [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. fågel
    la ave
    • ave [la ~] zelfstandig naamwoord
  3. fågel (fjäderfä; höns)
    el volátiles; la volatería

Vertaal Matrix voor fågel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ave fågel
gallina fågel fegis; hare; höna; höns; hönsdjur; kyckling; mes; rookie; toffelman
gallina joven fågel
perdiz fågel rapphöna
pollita fågel
pollo fågel höna; höns; kyckling
pájaro fågel
tipo fågel bokstav; dandy; figur; genre; gosse; grabb; gubbe; individ; karaktär; karl; kille; kis; klädsnobb; kungörande; man; modelejon; människa; offentliggörande; person; polare; publicering; publikation; skapelse; sprätt; statyr; stil; tryckbokstav; typ; varelse
volatería fjäderfä; fågel; höns
volátiles fjäderfä; fågel; höns

Synoniemen voor "fågel":


Wiktionary: fågel


Cross Translation:
FromToVia
fågel aviar avian — of birds
fågel ave; pájaro bird — animal
fågel ave fowl — bird
fågel pájaro vogel — een gewerveld dier (Aves) met twee vleugels, twee poten, een snavel en een met veren bedekt lichaam dat zich voortplant door het leggen van eieren
fågel aves de corral Geflügel — das Fleisch der als Nutztiere gehaltenen Vögel
fågel pájaro; ave oiseau — zoologie|nocat=1 Animal vertébré

Verwante vertalingen van fågel