Overzicht
Zweeds naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. käft:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor käft (Zweeds) in het Spaans

käft:

käft [-en] zelfstandig naamwoord

  1. käft (mun; nos)
    la boca; el pico; la bocaza
    • boca [la ~] zelfstandig naamwoord
    • pico [el ~] zelfstandig naamwoord
    • bocaza [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. käft (gap; mun; näbb)
    la mandíbulas; la boca; el pico; la bocaza
    • mandíbulas [la ~] zelfstandig naamwoord
    • boca [la ~] zelfstandig naamwoord
    • pico [el ~] zelfstandig naamwoord
    • bocaza [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor käft:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boca gap; käft; mun; nos; näbb fräckhet; munnen; mynning; oskamsen
bocaza gap; käft; mun; nos; näbb fräckhet; munnen; oskamsen; pratmakare
mandíbulas gap; käft; mun; näbb
pico gap; käft; mun; nos; näbb bergskrön; bergstopp; fjälltopp; fräckhet; höjdpunkt; krön; lagförslag; munnen; nos; nota; näbb; näsa; oskamsen; räkning; snabel; spets; topp

Synoniemen voor "käft":

  • håll truten; trut; mun

Wiktionary: käft


Cross Translation:
FromToVia
käft boca mouth — the opening of an animal through which food is ingested
käft mandíbula; quijada mâchoirechacun des deux parties osseuses de la bouche dans lesquelles les dents enchâsser.