Overzicht
Zweeds naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. tross:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor tross (Zweeds) in het Spaans

tross:

tross [-en] zelfstandig naamwoord

  1. tross (tåg; kabel; kätting)
    el cabo; el cable
    • cabo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cable [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. tross (rep; kätting)
    el cable; la cuerda de alambre

Vertaal Matrix voor tross:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cable kabel; kätting; rep; tross; tåg elektricitetssnöre; kabel; ledning; trossa; wire
cabo kabel; kätting; tross; tåg det yttersta slutet; huvudleverantör; hög polistjänsteman; hög udde; korpral; slutet; udde
cuerda de alambre kätting; rep; tross

Synoniemen voor "tross":


Wiktionary: tross


Cross Translation:
FromToVia
tross cabo; cable; estacha; amarra tros — een scheepskabel
tross cable metálico Drahtseil — ein Seil, dessen einzelne Litzen und Kardeelen nicht aus Fasern, sondern aus Stahl bestehenWikipedia|Drahtseil
tross equipaje bagage — désuet|fr équipage de voyage ou de guerre.