Overzicht
Zweeds naar Frans:   Meer gegevens...
  1. krasch:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor krasch (Zweeds) in het Frans

krasch:

krasch [-en] zelfstandig naamwoord

  1. krasch (börskrasch)
    la chute de la bourse; le krach
  2. krasch
    le krach
    • krach [le ~] zelfstandig naamwoord
  3. krasch
    l'incident

Vertaal Matrix voor krasch:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chute de la bourse börskrasch; krasch
incident krasch evenemang; händelse; högtidligt tillfälle; incident; jobb; tilldragelse; tillfälle; ärende
krach börskrasch; krasch
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
incident inskridande

Synoniemen voor "krasch":


Wiktionary: krasch


Cross Translation:
FromToVia
krasch bruit Krachohne Plural: sehr lautes, unangenehmes Geräusch; plötzliches, hartes, sehr lautes Geräusch
krasch plantage AbsturzInformatik, umgangssprachlich: Stillstand infolge eines schwer wiegenden Programmfehlers
krasch crash; écrasement; chute Absturz — das Herabstürzen von Personen oder Gegenstand; ein Unfall

Computer vertaling door derden: