Zweeds

Uitgebreide vertaling voor ren (Zweeds) in het Nederlands

ren:

ren zelfstandig naamwoord

  1. ren
    het rendier
    • rendier [het ~] zelfstandig naamwoord

ren bijvoeglijk naamwoord

  1. ren (respektabel; rent; ärligt; )
    deugdzaam; eerzaam; zedig
  2. ren (rent)
    schoon; kuis; rein; net
    • schoon bijvoeglijk naamwoord
    • kuis bijvoeglijk naamwoord
    • rein bijvoeglijk naamwoord
    • net bijvoeglijk naamwoord
  3. ren (rent)
    schoon; zuiver; proper
  4. ren (rent)
    zedig gemaakt; gekuist
  5. ren (rent)
    zuivere; pure
    • zuivere bijvoeglijk naamwoord
    • pure bijvoeglijk naamwoord
  6. ren (städat; rent; städad)
    netjes; zuiver; gereinigd; gekuist
  7. ren (orörd; oskuldsfullt; rent; orört)
    maagdelijk; virginaal; puur; zuiver; ongerept; onaangeraakt; gaaf
  8. ren (jungfrueligt; jungfruelig; oskuldsfullt; rent)
    puur; zuiver; maagdelijk; onschuldig; onbevlekt; rein; kuis
  9. ren (oblandat)
    onvermengd; onversneden
  10. ren (rent; oblandat; äkta; gediget)
    louter
    • louter bijvoeglijk naamwoord
  11. ren (städat)
    netjes; ordelijk; opgeruimd; schoon

Vertaal Matrix voor ren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kuis rengöring; rensning
net nätverke; tevekanal
rendier ren
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
deugdzaam aktansvärd; aktansvärt; artigt; ren; rent; respektabel; respektabelt; ärligt ärlig; ärligt
eerzaam aktansvärd; aktansvärt; artigt; ren; rent; respektabel; respektabelt; ärligt respektabel; respektabelt; ärbart
gaaf orörd; orört; oskuldsfullt; ren; rent fantastisk; fantastiskt; felfri; felfritt; genial; genialt; hel; helt; häftig; häftigt; intakt; intaktt; oskadat; otroligt; superbt; tuff; tufft
gekuist ren; rent; städad; städat dygdigt; kysk; kyskt; ärbar; ärbart
kuis jungfruelig; jungfrueligt; oskuldsfullt; ren; rent dygdigt; hygienisk; hygieniskt; klyftig; klyftigt; kysk; kyskt; ärbar; ärbart
louter gediget; oblandat; ren; rent; äkta
maagdelijk jungfruelig; jungfrueligt; orörd; orört; oskuldsfullt; ren; rent
net ren; rent ackurat; bara; bara för en minut sedan; exak; exakt; just; noggrann; noggrannt; nyligen; precist
onaangeraakt orörd; orört; oskuldsfullt; ren; rent
onbevlekt jungfruelig; jungfrueligt; oskuldsfullt; ren; rent kysk; kyskt; obefläckad; obefläckat; rent
ongerept orörd; orört; oskuldsfullt; ren; rent
onschuldig jungfruelig; jungfrueligt; oskuldsfullt; ren; rent harmlöst; kysk; kyskt; obefläckad; obefläckat; ofarlig; ofarligt; oförvitlig; oförvitligt; oskuldsfullt; oskyldig; oskyldigt; rent
onvermengd oblandat; ren oförfalskad; oförfalskat; pur; purt; rent
onversneden oblandat; ren
opgeruimd ren; städat arrangerat; munter; muntert; ordnad; ordnat; snygg och prydligt; snyggt och prydligt; städad; städat
ordelijk ren; städat arrangerat; ordnad; ordnat; städad; städat
proper ren; rent ordentligt; ordningssamt; prydlig; prydligt; städad; städat
puur jungfruelig; jungfrueligt; orörd; orört; oskuldsfullt; ren; rent idel; idelt; oförfalskad; oförfalskat; pur; purt; rent
rein jungfruelig; jungfrueligt; oskuldsfullt; ren; rent hygienisk; hygieniskt; kysk; kyskt; obefläckad; obefläckat; rent
schoon ren; rent; städat attraktiv; attraktivt; hygienisk; hygieniskt; ordentligt; prydlig; prydligt; snyggt; söt; sött; vackert
zedig aktansvärd; aktansvärt; artigt; ren; rent; respektabel; respektabelt; ärligt klyftig; klyftigt
zuiver jungfruelig; jungfrueligt; orörd; orört; oskuldsfullt; ren; rent; städad; städat felfri; felfritt; hygienisk; hygieniskt; oförfalskad; oförfalskat; pur; purt; rent
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
netjes ren; rent; städad; städat anständig; anständigt; artig; artigt; civiliserad; civiliserat; hövligt; medborgerlig; medborgerligt; ordentligt; ordningssamt; passande; passandet; prydlig; prydligt; rätt skick; städad; städat; tillbörligt; världsligt; ärbar; ärbart
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
rendier älg
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gereinigd ren; rent; städad; städat
pure ren; rent
virginaal orörd; orört; oskuldsfullt; ren; rent
zedig gemaakt ren; rent
zuivere ren; rent

Synoniemen voor "ren":


Wiktionary: ren


Cross Translation:
FromToVia
ren proper; schoon clean — not dirty
ren leeg clean — pure, especially morally or religiously
ren klaar; helder clear — bright, not obscured
ren puur; rein pure — free of flaws or imperfections
ren puur; onverontreinigd pure — free of foreign material or pollutants
ren puur pure — free of immoral behavior or qualities; clean
ren rendier reindeerRangifer tarandus
ren uiten utter — absolute
ren rendier Rentier — das Ren, eine nordische Hirschart, das von den nordischen Hirtenvölkern halbzahm gehalten wird
ren gedegen gediegenMetalle: in elementarer Form (nicht als Erz) vorkommend
ren schoon sauber — nicht verschmutzt, frei von Unrat
ren al; alvast; reeds; alreeds déjà — Traduction à classer selon le sens.
ren eenvoudig; enkelvoudig; simpel; helder; louter; schoon; proper; puur; rein; zindelijk; zuiver; bloot; enkel; absoluut; onvermengd; onvoorwaardelijk; volstrekt pur — Qui est sans mélange.
ren rendier renne — Renne — renne domestique.

ören:

ören zelfstandig naamwoord

  1. ören (mynt; kronor; småpengar; pengar)
    de duiten; de geldstukken; de centen
    • duiten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • geldstukken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • centen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor ören:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
centen kronor; mynt; pengar; småpengar; ören
duiten kronor; mynt; pengar; småpengar; ören
geldstukken kronor; mynt; pengar; småpengar; ören

Verwante vertalingen van ren



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ren (Nederlands) in het Zweeds

ren:

ren [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de ren (hoenderhok; kippenhok; hoenderkooi; pluimveehok)
    hönshus

Vertaal Matrix voor ren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hönshus hoenderhok; hoenderkooi; kippenhok; pluimveehok; ren kippenhok; kippenloop; kippenren

Verwante woorden van "ren":


Wiktionary: ren


Cross Translation:
FromToVia
ren hage pen — enclosed area for animals

rennen:

rennen werkwoord (ren, rent, rende, renden, gerend)

  1. rennen (hardlopen)
    springa; löpa; fly; ila; ränna
    • springa werkwoord (springer, sprang, sprungit)
    • löpa werkwoord (löper, löpte, löpt)
    • fly werkwoord (flyr, flydde, flytt)
    • ila werkwoord (ilar, ilade, ilat)
    • ränna werkwoord (räner, rände, ränt)
  2. rennen (racen; hollen)
    kila; skutta
    • kila werkwoord (kilar, kilade, kilat)
    • skutta werkwoord (skuttar, skuttade, skuttat)

Conjugations for rennen:

o.t.t.
  1. ren
  2. rent
  3. rent
  4. rennen
  5. rennen
  6. rennen
o.v.t.
  1. rende
  2. rende
  3. rende
  4. renden
  5. renden
  6. renden
v.t.t.
  1. ben gerend
  2. bent gerend
  3. is gerend
  4. zijn gerend
  5. zijn gerend
  6. zijn gerend
v.v.t.
  1. was gerend
  2. was gerend
  3. was gerend
  4. waren gerend
  5. waren gerend
  6. waren gerend
o.t.t.t.
  1. zal rennen
  2. zult rennen
  3. zal rennen
  4. zullen rennen
  5. zullen rennen
  6. zullen rennen
o.v.t.t.
  1. zou rennen
  2. zou rennen
  3. zou rennen
  4. zouden rennen
  5. zouden rennen
  6. zouden rennen
diversen
  1. ren!
  2. rent!
  3. gerend
  4. rennend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

rennen [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het rennen (hardlopen; hollen; zich snel voortbewegen; snellen)
    racande
  2. het rennen (geren)
    springande

Vertaal Matrix voor rennen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
racande hardlopen; hollen; rennen; snellen; zich snel voortbewegen
ränna vore
springa gleuf; kier; kiertje; kloof; opening; sleuf; spleet; tussenruimte; uitsparing
springande geren; rennen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fly hardlopen; rennen de plaat poetsen; ervandoor gaan; hem smeren; ontglippen; ontkomen; ontsnappen; ontsnappen aan; ontvlieden; ontvluchten; uitwijken; vlieden; vluchten; wegkomen; weglopen; wegrennen; wegvluchten; zich uit de voeten maken; zich vrijmaken
ila hardlopen; rennen aanpoten; haast maken; haasten; ijlen; jachten; jagen; jakkeren; opschieten; overhaasten; reppen; snellen; spoeden; tempo maken; tempomaken; tot spoed aanzetten; vliegen; voortmaken; zich haasten; zich spoeden
kila hollen; racen; rennen
löpa hardlopen; rennen ladderen
ränna hardlopen; rennen
skutta hollen; racen; rennen dartelen; hoppen; huppelen
springa hardlopen; rennen draven; hard rennen; hollen; pezen; sjezen; snel gaan; sprinten
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
springande lopend

Verwante woorden van "rennen":


Synoniemen voor "rennen":


Verwante definities voor "rennen":

  1. heel hard lopen1
    • we moesten rennen om de bus te halen1

Wiktionary: rennen

rennen
noun
  1. [A] 1. zeer snel lopen

Cross Translation:
FromToVia
rennen löpa; springa laufenvon Lebewesen allgemein: sich schnell auf den Beinen (selten: anderen Gliedmaßen) fortbewegen
rennen springa run — to move quickly on two feet
rennen kila; raka courir — Se déplacer rapidement, avec impétuosité, par un mouvement alternatif des jambes ou des pattes, n'ayant pendant un court instant aucun appui au sol.

Verwante vertalingen van ren