Zweeds

Uitgebreide vertaling voor livlig (Zweeds) in het Nederlands

livlig:

livlig bijvoeglijk naamwoord

  1. livlig (energiskt; livligt; dynamiskt; dynamisk)
    dynamisch; actief; energiek; beweeglijk; levendig
  2. livlig (lekfull; livligt; lekfullt; ystert)
    speels; dartel
  3. livlig (eldig; livligt; hetsigt; eldigt; brännande)
    vurig; verhit
    • vurig bijvoeglijk naamwoord
    • verhit bijvoeglijk naamwoord
  4. livlig (energiskt; livligt)
    energiek; vief; levendig; vol fut; geanimeerd

livlig zelfstandig naamwoord

  1. livlig
    de pittigheid

Vertaal Matrix voor livlig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pittigheid livlig
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
actief dynamisk; dynamiskt; energiskt; livlig; livligt aktiv -t; arbetsam; arbetsamt; arbetssam; arbetssamt; flitig; flitigt; företagsamt; idog; idogt; ihärdig; ihärdigt; nitiskt; träget
beweeglijk dynamisk; dynamiskt; energiskt; livlig; livligt
dartel lekfull; lekfullt; livlig; livligt; ystert glad; glatt; levnadsglatt; livaktig; livaktigt; livfull; livfullt; livligt; munter; muntert; vitalt
dynamisch dynamisk; dynamiskt; energiskt; livlig; livligt avgörande; avgörandet
energiek dynamisk; dynamiskt; energiskt; livlig; livligt avgörande; avgörandet; energiskt; full av energi; företagsam; företagsamt; spänstig; spänstigt
geanimeerd energiskt; livlig; livligt levande
levendig dynamisk; dynamiskt; energiskt; livlig; livligt glad; glatt; het; hett; levnadsglatt; livaktig; livaktigt; livfull; livfullt; livligt; munter; muntert; upphetsatt; vitalt
speels lekfull; lekfullt; livlig; livligt; ystert lekfull; lekfullt
verhit brännande; eldig; eldigt; hetsigt; livlig; livligt eldfängt; febrig; febrigt; het; hetlevrad; hetlevrat; hetsig; hetsigt; hett; upphetsatt
vief energiskt; livlig; livligt
vurig brännande; eldig; eldigt; hetsigt; livlig; livligt brinnandet; brännande; eldfängt; eldigt; glödande; glödandet; het; hetlevrad; hetlevrat; hetsig; hetsigt; hett; innerligt; intensiv; intensivt; ivrig; ivrigt; lidelsefullt; lysande; passionerad; passionerat
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vol fut energiskt; livlig; livligt

Synoniemen voor "livlig":


Wiktionary: livlig


Cross Translation:
FromToVia
livlig levendig lively — full of life
livlig levendig sassy — lively
livlig druk; levendig; kras; kwiek; opgewekt; rap; tierig; vief; wakker; actief; bedrijvend; werkdadig; werkend; werkzaam; bedrijvig actif — Qui agir ou qui a la vertu d’agir.
livlig bijtend; doordringend; fel; guur; schel; scherp; schril; snerpend; levendig; druk; kras; kwiek; opgewekt; rap; tierig; vief; wakker vif — Qui est en vie.

Verwante vertalingen van livlig