Overzicht
Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...
-
vid:
- via; bij; ter; te
- uitgebreid; ampel; uitvoerig; omstandig; breedvoerig
-
Wiktionary:
- vid → op, bij, om, tegen, wijd, breed, aan, abundant, overvloedig, rijk, uitbundig, volop, weelderig, welig, breedvoerig, groot, royaal, ruim, uitgestrekt, slobberig, omvangrijk, uitgebreid, veelomvattend
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor vid (Zweeds) in het Nederlands
vid:
-
vid (rymligt; fyllig; riklig; fylligt; rikligt; ymnigt)
uitgebreid; ampel; uitvoerig; omstandig; breedvoerig-
uitgebreid bijvoeglijk naamwoord
-
ampel bijvoeglijk naamwoord
-
uitvoerig bijvoeglijk naamwoord
-
omstandig bijvoeglijk naamwoord
-
breedvoerig bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor vid:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bij | bi; honungsbi | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ampel | fyllig; fylligt; riklig; rikligt; rymligt; vid; ymnigt | |
breedvoerig | fyllig; fylligt; riklig; rikligt; rymligt; vid; ymnigt | långvarig; långvarigt |
omstandig | fyllig; fylligt; riklig; rikligt; rymligt; vid; ymnigt | långvarig; långvarigt |
uitgebreid | fyllig; fylligt; riklig; rikligt; rymligt; vid; ymnigt | avancerad; extensivt; förbättrad; lång; långt; långvarig; långvarigt; utökad |
uitvoerig | fyllig; fylligt; riklig; rikligt; rymligt; vid; ymnigt | allsidig; allsidigt; ambitiös; ambitiöst; långvarig; långvarigt; mångsidigt; omfattande; uttömmandet |
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bij | i; på; vid; åt | |
te | i; på; vid; åt | |
ter | i; på; vid; åt | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
via | i; på; vid; åt | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bij | på | |
te | inne |
Synoniemen voor "vid":
Wiktionary: vid
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vid | → op; bij | ↔ at — in or very near a particular place |
• vid | → om | ↔ at — indicating time |
• vid | → tegen | ↔ by — some time before the given time |
• vid | → bij | ↔ by — near, or next to |
• vid | → wijd; breed | ↔ wide — having a large physical extent from side to side |
• vid | → aan | ↔ an — Präposition des Ortes; mit dem Dativ (zur Anzeige der Lage): bestimmt einen Ort, mit dem etw. in Berührung ist |
• vid | → bij | ↔ bei — räumlich: in unmittelbarer Nähe |
• vid | → abundant; overvloedig; rijk; uitbundig; volop; weelderig; welig; breedvoerig; groot; royaal; ruim; uitgestrekt; slobberig; breed; wijd; omvangrijk; uitgebreid; veelomvattend | ↔ ample — Qui dépasser en largeur et en longueur la mesure ordinaire. |
• vid | → abundant; overvloedig; rijk; uitbundig; volop; weelderig; welig; breedvoerig; groot; royaal; ruim; uitgebreid; uitgestrekt; wijd; slobberig; breed; omvangrijk; veelomvattend | ↔ large — Qualifie un corps considérer dans l’extension qu’il a d’un de ses côtés à l’autre, lorsqu'on parle de sa plus petite longueur, par opposition à long. |
• vid | → breedvoerig; groot; royaal; ruim; uitgebreid; uitgestrekt; wijd; omvangrijk; veelomvattend | ↔ étendu — grand, large, vaste. |