Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. objekt:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor objekt (Zweeds) in het Nederlands

objekt:

objekt

  1. objekt
    het object
    • object [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. objekt
    het item
    • item [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. objekt (Outlook-objekt)
    het item; Outlook-item

Vertaal Matrix voor objekt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
item Outlook-objekt; objekt artikel; punkt
object objekt artikel; punkt
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Outlook-item Outlook-objekt; objekt

Synoniemen voor "objekt":

  • föremål; ting; sak

Wiktionary: objekt

objekt
noun
  1. een object, iets dat fysiek bestaat

Cross Translation:
FromToVia
objekt object; voorwerp object — thing
objekt meewerkend voorwerp; lijdend voorwerp object — in grammar
objekt object object — in object-oriented programming
objekt voorwerp ObjektGegenstand, auf den sich jemand bezieht, auf den das Denken oder Handeln ausgerichtet ist
objekt ding; voorwerp; mikpunt; object; onderwerp; aangelegenheid; affaire; zaak chose — Permet de désigner un objet, une idée, un concept ou une abstraction quelconque, sans avoir à l’identifier ou à le nommer. Une chose est ce qui exister mais qui est indéterminé, objet ou idée, ou qu’il n’est pas nécessaire de préciser. La signification du mot cho
objekt ding; mikpunt; object; onderwerp; voorwerp objetchose tangible et visible, concrète. Chose perceptible par la vue et le toucher. Chose, dans un sens indéterminé.

Verwante vertalingen van objekt