Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. gala:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. gala:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor gala (Zweeds) in het Nederlands

gala:

gala [-en] zelfstandig naamwoord

  1. gala (bal)
    het gala; groot bal
    • gala [het ~] zelfstandig naamwoord
    • groot bal [znw.] zelfstandig naamwoord
  2. gala (stor toalett; högtidsdräkt)
    de gelegenheidskleding

gala werkwoord (galar, galade, galat)

  1. gala (jollra; jubla högt)
    kraaien
    • kraaien werkwoord (kraai, kraait, kraaide, kraaiden, gekraaid)

Conjugations for gala:

presens
  1. galar
  2. galar
  3. galar
  4. galar
  5. galar
  6. galar
imperfekt
  1. galade
  2. galade
  3. galade
  4. galade
  5. galade
  6. galade
framtid 1
  1. kommer att gala
  2. kommer att gala
  3. kommer att gala
  4. kommer att gala
  5. kommer att gala
  6. kommer att gala
framtid 2
  1. skall gala
  2. skall gala
  3. skall gala
  4. skall gala
  5. skall gala
  6. skall gala
conditional
  1. skulle gala
  2. skulle gala
  3. skulle gala
  4. skulle gala
  5. skulle gala
  6. skulle gala
perfekt particip
  1. har galat
  2. har galat
  3. har galat
  4. har galat
  5. har galat
  6. har galat
imperfekt particip
  1. hade galat
  2. hade galat
  3. hade galat
  4. hade galat
  5. hade galat
  6. hade galat
blandad
  1. gala!
  2. gala!
  3. galad
  4. galande
1. jag, 2. du/ni, 3. han/hon/den/det, 4. vi, 5. ni, 6. de

Vertaal Matrix voor gala:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gala bal; gala full stass; galabal; hovbal; hovfest; hovklädsel; regalier
gelegenheidskleding gala; högtidsdräkt; stor toalett
groot bal bal; gala
kraaien kråkor
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kraaien gala; jollra; jubla högt

Synoniemen voor "gala":


Wiktionary: gala


Cross Translation:
FromToVia
gala kraaien crow — To make the sound of a rooster

Verwante vertalingen van gala



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gala (Nederlands) in het Zweeds

gala:

gala [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het gala (groot bal)
    bal; gala
    • bal [-en] zelfstandig naamwoord
    • gala [-en] zelfstandig naamwoord
  2. het gala (galabal; bal)
    galabal
  3. het gala (staatsiekleding)
    regalier; full stass
  4. het gala (hoffeest)
    hovfest
  5. het gala (hofbal)
    hovbal
    • hovbal zelfstandig naamwoord
  6. het gala (hofkledij; hofkostuum)
    hovklädsel

Vertaal Matrix voor gala:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bal gala; groot bal baal; bal; dansfeest; pak
full stass gala; staatsiekleding
gala gala; groot bal gelegenheidskleding
galabal bal; gala; galabal
hovbal gala; hofbal
hovfest gala; hoffeest
hovklädsel gala; hofkledij; hofkostuum
regalier gala; staatsiekleding
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gala kraaien

Verwante vertalingen van gala