Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. adress:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor adress (Zweeds) in het Nederlands

adress:

adress [-en] zelfstandig naamwoord

  1. adress
    het adres; de adressering
    • adres [het ~] zelfstandig naamwoord
    • adressering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. adress
    het adres
    • adres [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. adress (e-postadress)
    het adres; het e-mailadres; internet-e-mailadres

Vertaal Matrix voor adress:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adres adress; e-postadress
adressering adress Adressering
e-mailadres adress; e-postadress
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
internet-e-mailadres adress; e-postadress

Wiktionary: adress


Cross Translation:
FromToVia
adress adres address — direction for letters
adress adres Adresse — Anschrift, an der man Personen antreffen und an die man Post senden kann
adress bedrevenheid; handigheid; vaardigheid; vlugheid; slag; adres adresseindication, désignation, soit du destinataire, soit de la destination où il falloir aller ou envoyer.
adress adres suscriptionadresse écrire sur le pli extérieur ou l’enveloppe d’une lettre.

Verwante vertalingen van adress