Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. panik:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor panik (Zweeds) in het Nederlands

panik:

panik [-en] zelfstandig naamwoord

  1. panik (ångest; rädsla)
    de paniek
    • paniek [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. panik
    de schrikreactie

Vertaal Matrix voor panik:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
paniek panik; rädsla; ångest
schrikreactie panik

Wiktionary: panik


Cross Translation:
FromToVia
panik paniek panic — overpowering fright