Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Nederlands ->Zoek: pitt

Zweedse en Nederlandse zoekresultaten voor: pitt

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

pitt:
- Wiktionary:
  pitt → pik, lul, leuter, piemel, toeter, slurf
- Synoniemen voor "pitt":
  kuk

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

pitten:
- stena; sova; slafa; kvarta; tryna

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor pitt (Zweeds) in het Nederlands

pitt:

Synoniemen voor "pitt":

kuk

Wiktionary: pitt

Cross Translation:

From	To	Via
• pitt	→ pik; lul	↔ cock — slang for penis
• pitt	→ leuter; piemel; pik; lul	↔ dick — colloquial: penis
• pitt	→ lul; toeter; slurf; pik	↔ prick — (slang) a penis

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor pitt (Nederlands) in het Zweeds

pitt vorm van pitten:

pitten werkwoord (pit, pitte, pitten, gepit)

pitten (ontpitten)
stena
- stena werkwoord (stenar, stenade, stenat)
pitten (maffen; slapen; meuren)
sova; slafa; kvarta; tryna
- sova werkwoord
- slafa werkwoord (slafar, slafade, slafat)
- kvarta werkwoord (kvartar, kvartade, kvartat)
- tryna werkwoord (trynar, trynade, trynat)

Conjugations for pitten:

o.t.t.

pit
pit
pit
pitten
pitten
pitten

o.v.t.

pitte
pitte
pitte
pitten
pitten
pitten

v.t.t.

heb gepit
hebt gepit
heeft gepit
hebben gepit
hebben gepit
hebben gepit

v.v.t.

had gepit
had gepit
had gepit
hadden gepit
hadden gepit
hadden gepit

o.t.t.t.

zal pitten
zult pitten
zal pitten
zullen pitten
zullen pitten
zullen pitten

o.v.t.t.

zou pitten
zou pitten
zou pitten
zouden pitten
zouden pitten
zouden pitten

en verder

is gepit

diversen

pit!
pitt!
gepit
pittend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor pitten:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
kvarta	maffen; meuren; pitten; slapen
slafa	maffen; meuren; pitten; slapen
sova	maffen; meuren; pitten; slapen
stena	ontpitten; pitten	met stenen bekogelen; stenigen
tryna	maffen; meuren; pitten; slapen

Verwante woorden van "pitten":

pit