Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. centrum:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. centrum:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor centrum (Zweeds) in het Nederlands

centrum:

centrum [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. centrum (stadskärna)
    het centrum; de binnenstad; centrale stad
  2. centrum (nav)
    de naaf
    • naaf [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. centrum
    de stadskern; de binnenstad

Vertaal Matrix voor centrum:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
binnenstad centrum; stadskärna innerstad
centrale stad centrum; stadskärna
centrum centrum; stadskärna kvarter; mitten; område; stadsdel
naaf centrum; nav
stadskern centrum

Synoniemen voor "centrum":


Wiktionary: centrum


Cross Translation:
FromToVia
centrum centrum; middelpunt center — point equidistant from all points on the perimeter of a circle
centrum middelpunt; centrum center — point equidistant from all points on the surface of a sphere
centrum centrum center — place where a function or activity occurs
centrum binnenstad downtown — either the lower, or the business center of a city or town
centrum oog eye — of a hurricane
centrum stadskern; binnenstad inner city — central part of a city
centrum stadscentrum centre-villecentre d’une ville.

Verwante vertalingen van centrum



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor centrum (Nederlands) in het Zweeds

centrum:

centrum [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het centrum (binnenstad; centrale stad)
    centrum; stadskärna
  2. het centrum (middelpunt; midden; kern)
    mitten
    • mitten zelfstandig naamwoord
  3. het centrum (stadswijk; buurt; wijk; )
    område; kvarter; stadsdel
    • område [-ett] zelfstandig naamwoord
    • kvarter [-ett] zelfstandig naamwoord
    • stadsdel [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor centrum:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
centrum binnenstad; centrale stad; centrum binnenstad; naaf; stadskern
kvarter buitenwijk; buurt; centrum; handelswijk; plein; sectie; stadsdeel; stadskwartier; stadswijk; wijk; woonwijk accommodatie; behuizing; deel van de stad; huisvesting; kwartier; onderdak; onderkomen; tehuis; verblijfplaats
mitten centrum; kern; middelpunt; midden kernpunt
område buitenwijk; buurt; centrum; handelswijk; plein; sectie; stadsdeel; stadskwartier; stadswijk; wijk; woonwijk ambtsgebied; bereik; bestuursgebied; cacheregio; district; draagwijdte; emplacement; gebied; gebiedsdeel; gewest; gordel; klimaatgordel; luchtstreek; provincie; range; rayon; rayon van een bedrijf; regio; reikwijdte; ressort; rijksgedeelte; scope; sector; streek; terrein; territorium; verspreidingsgebied; zone
stadsdel buitenwijk; buurt; centrum; handelswijk; plein; sectie; stadsdeel; stadskwartier; stadswijk; wijk; woonwijk
stadskärna binnenstad; centrale stad; centrum

Verwante woorden van "centrum":

  • centrums

Synoniemen voor "centrum":


Verwante definities voor "centrum":

  1. gebouw met een speciale bestemming1
    • een winkelcentrum1
  2. punt of gebied in het midden1
    • het station ligt in het centrum van de stad1

Wiktionary: centrum


Cross Translation:
FromToVia
centrum mitt; mittpunkt; centrum center — point equidistant from all points on the perimeter of a circle
centrum mitt; mittpunkt; centrum center — point equidistant from all points on the surface of a sphere
centrum mittpunkt; center; centrum center — place where a function or activity occurs
centrum nav; knutpunkt; korsväg hub — A point where many routes meet
centrum mitt middle — centre, midpoint

Verwante vertalingen van centrum