Overzicht
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor enig (Zweeds) in het Nederlands
enig:
-
enig (enigt)
unaniem; eensgezind; eenparig; eenstemmig-
unaniem bijvoeglijk naamwoord
-
eensgezind bijvoeglijk naamwoord
-
eenparig bijvoeglijk naamwoord
-
eenstemmig bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor enig:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
eenparig | enig; enigt | |
eensgezind | enig; enigt | förenad; förenat |
eenstemmig | enig; enigt | |
unaniem | enig; enigt | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | enigt |
Synoniemen voor "enig":
Wiktionary: enig
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• enig | → accoord; eens; akkoord | ↔ einig — einer, derselben, der gleichen Meinung, übereinstimmend, einvernehmlich |
• enig | → verenigd | ↔ einig — geeint, zusammen, vereint, wiedervereint |
• enig | → unaniem | ↔ unanimous — based on unanimity |
• enig | → eensgezind | ↔ unanimous — sharing the same view |
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor enig (Nederlands) in het Zweeds
enig:
-
enig (enig in zijn soort; uniek; bijzonder; onvergelijkbaar; apart; onvergelijkelijk)
-
enig (schattig; lief; snoezig; dottig; vertederend; allerliefst)
-
enig ('n beetje; wat)
-
enig (dolletjes)
underbar; underbart; otroligt; fantastiskt; otrolig-
underbar bijvoeglijk naamwoord
-
underbart bijvoeglijk naamwoord
-
otroligt bijvoeglijk naamwoord
-
fantastiskt bijvoeglijk naamwoord
-
otrolig bijvoeglijk naamwoord
-
-
enig (uitsluitend; alleen; exclusief; enkel)