Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Nederlands ->Zoek: avkomling

Zweedse en Nederlandse zoekresultaten voor: avkomling

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

avkomling:
- afstammeling; nakomeling; telg
Wiktionary:
- avkomling → afstammeling, nazaat, nakomeling, telg, nageslacht, kind

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor avkomling (Zweeds) in het Nederlands

avkomling:

avkomling [-en] zelfstandig naamwoord

avkomling (ättling)
de afstammeling; de nakomeling; de telg
- afstammeling [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- nakomeling [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- telg [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor avkomling:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afstammeling	avkomling; ättling
nakomeling	avkomling; ättling
telg	avkomling; ättling

Synoniemen voor "avkomling":

telning; ttling

Wiktionary: avkomling

Cross Translation:

From	To	Via
• avkomling	→ afstammeling; nazaat; nakomeling; telg	↔ descendant — one who is the progeny of someone
• avkomling	→ nageslacht; afstammeling; nakomeling; nazaat; kind	↔ offspring — singular offspring (male, female or sex unspecified)
• avkomling	→ afstammeling; nakomeling; nazaat	↔ descendant — famille\|fr personne de la même famille et, d’une génération postérieure.