Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. bonbon:
    • Wiktionary:
      bonbon → snoepje
    • Synoniemen voor "bonbon":
      pralin
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. bonbon:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor bonbon (Zweeds) in het Nederlands

bonbon: (*Woord en zin splitter gebruikt)

bonbon:


Synoniemen voor "bonbon":

  • pralin

Wiktionary: bonbon


Cross Translation:
FromToVia
bonbon snoepje Bonbon — eine beim Lutschen im Mund zergehende Süßigkeit

Computer vertaling door derden:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bonbon (Nederlands) in het Zweeds

bonbon:

bonbon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de bonbon (chocolaatje)
    chokladpralin

Vertaal Matrix voor bonbon:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chokladpralin bonbon; chocolaatje

Verwante woorden van "bonbon":


Verwante definities voor "bonbon":

  1. chocolade omhulsel met zoete vulling1
    • in België moet je bonbons kopen1

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van bonbon