Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. cider:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. cider:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor cider (Zweeds) in het Nederlands

cider:

cider [-en] zelfstandig naamwoord

  1. cider
    de ceder
    • ceder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. cider

Vertaal Matrix voor cider:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ceder cider
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
cider cider

Wiktionary: cider


Cross Translation:
FromToVia
cider cider cider — alcoholic beverage
cider appelwijn; cider CidreGetränk: Ein leicht moussierendes Getränk aus vergorenem Apfelsaft

Computer vertaling door derden:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor cider (Nederlands) in het Zweeds

cider:

cider

  1. cider
    cider
    • cider [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor cider:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cider cider ceder

Wiktionary: cider


Cross Translation:
FromToVia
cider cider cider — alcoholic beverage
cider cider CidreGetränk: Ein leicht moussierendes Getränk aus vergorenem Apfelsaft

Computer vertaling door derden: