Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. ellips:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. ellips:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor ellips (Zweeds) in het Nederlands

ellips:

ellips [-en] zelfstandig naamwoord

  1. ellips
    de ellips; de uitlating
    • ellips [de ~] zelfstandig naamwoord
    • uitlating [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. ellips
    het beletselteken

Vertaal Matrix voor ellips:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beletselteken ellips
ellips ellips
uitlating ellips kommentar; uttalande; uttryck; yttrande; åsiktsförklaring

Wiktionary: ellips


Cross Translation:
FromToVia
ellips ellips ellipse — curve
ellips ellips ellipse — géométrie|fr courbe plane fermée, de forme de cercle allongé, dont chacun des points est tel que la somme des distances à deux points fixes, dits foyers, est constante.



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ellips (Nederlands) in het Zweeds

ellips:

ellips [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de ellips (uitlating)
    ellips
    • ellips [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor ellips:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ellips ellips; uitlating beletselteken

Verwante woorden van "ellips":

  • ellipsen

Synoniemen voor "ellips":


Verwante definities voor "ellips":

  1. cirkel die aan twee kanten is afgeplat1
    • een ei heeft de vorm van een ellips1

Wiktionary: ellips


Cross Translation:
FromToVia
ellips ellips ellipse — curve
ellips ellips ellipse — géométrie|fr courbe plane fermée, de forme de cercle allongé, dont chacun des points est tel que la somme des distances à deux points fixes, dits foyers, est constante.