Overzicht


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor häck (Zweeds) in het Nederlands

hack:

hack [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. hack (skåra; repa)
    de inkeping; de keep; de kerf; de inkerving
    • inkeping [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • keep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kerf [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • inkerving [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. hack (jack; skåra)
    de kepen
    • kepen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  3. hack (jack; skåra; inskärning)
    soort vink; de keep
    • soort vink [znw.] zelfstandig naamwoord
    • keep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. hack (skåra; inskärning)
    de inkerving; kerfsnede

Vertaal Matrix voor hack:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inkeping hack; repa; skåra hål; hålighet; inskuren; karvande; klyvning; skreva; springe; urringning; vrå
inkerving hack; inskärning; repa; skåra
keep hack; inskärning; jack; repa; skåra
kepen hack; jack; skåra
kerf hack; repa; skåra
kerfsnede hack; inskärning; skåra
soort vink hack; inskärning; jack; skåra
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kepen göra skåror; karva

häck:

häck [-en] zelfstandig naamwoord

  1. häck
    de horde; het atletiekhekje
  2. häck
    de hagen
    • hagen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  3. häck (rad av buskar eller träd)
    de liguster; de haag; de heg
    • liguster [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • haag [de ~] zelfstandig naamwoord
    • heg [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor häck:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
atletiekhekje häck
haag häck; rad av buskar eller träd
hagen häck
heg häck; rad av buskar eller träd
horde häck bunt; flock; grupp; gäng; hord; massa
liguster häck; rad av buskar eller träd

Synoniemen voor "häck":


Wiktionary: häck


Cross Translation:
FromToVia
häck achterste; achterwerk; poep; reet; kont; gat bum — informal: buttocks or anus
häck haag hedge — thicket of bushes planted in a row
häck heg Hecke — Aufwuchs dicht beieinander stehender und stark verzweigter Sträucher oder Büsche
häck heg Hecke — gewachsene Umzäunung
häck billen; kont; zitvlak; staartstuk; bips Arschumgangssprachlich, vulgär: für Hinterteil, Po, Gesäß

Verwante vertalingen van häck