Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. karl:
  2. kärl:
  3. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor kärl (Zweeds) in het Nederlands

karl:

karl [-en] zelfstandig naamwoord

  1. karl (man; typ)
    de knakker; de man; de knul; de vent; de gozer; de kerel; de gast
    • knakker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • man [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • knul [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • vent [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • gozer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kerel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • gast [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. karl (pojke; prick; grabb)
    het sujet; het heerschap; de vent
    • sujet [het ~] zelfstandig naamwoord
    • heerschap [het ~] zelfstandig naamwoord
    • vent [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor karl:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gast karl; man; typ besökare; gäst; nattgäst; regelbunden kund; övernattningsgäst
gozer karl; man; typ grabb; kille; kis; polare
heerschap grabb; karl; pojke; prick
kerel karl; man; typ grabb; herre; kille; kis; make; man; person av manligt kön; polare
knakker karl; man; typ grabb; kille; kis; polare
knul karl; man; typ grabb; kille; kis; polare
man karl; man; typ herre; make; man; person av manligt kön; äkta man
sujet grabb; karl; pojke; prick
vent grabb; karl; man; pojke; prick; typ grabb; herre; kille; kis; make; man; person av manligt kön; polare

Synoniemen voor "karl":


Wiktionary: karl


Cross Translation:
FromToVia
karl heer; man man — adult male human
karl kerel; pik; vent Kerl — eine männliche Person (Dieser Begriff kann sowohl eine positive als auch eine negative Konnotation tragen je nach Eigenschaft der Männlichkeit, die angesprochen wird.)
karl man; manspersoon; vent; kerel; manmens; gozer; gast; menselijk wezen hommeêtre humain mâle ; par opposition à la femme.
karl man; manspersoon; vent; kerel; manmens; gozer; gast mâlehomme dans l’espèce humaine.

kärl:

kärl [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. kärl (farkost; fartyg; skepp; större båt)
    het vaatwerk
    • vaatwerk [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. kärl (fartyg; skepp)
    bootjes; scheepjes; de schuitjes

Vertaal Matrix voor kärl:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bootjes fartyg; kärl; skepp
scheepjes fartyg; kärl; skepp
schuitjes fartyg; kärl; skepp fartyg; skepp
vaatwerk farkost; fartyg; kärl; skepp; större båt köksutrustning

Synoniemen voor "kärl":


Wiktionary: kärl


Cross Translation:
FromToVia
kärl pot Topf — kleines Gefäß
kärl vat; schip vaisseau — (vieilli) vase, ustensile, de toute matière, destiner à contenir des liquides.

Verwante vertalingen van kärl