Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Nederlands ->Zoek: kollega

Zweedse en Nederlandse zoekresultaten voor: kollega

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

kollega:
- collega; vakgenoot; ambtgenoot; confrater
Wiktionary:
- kollega → collega, medewerkster, medewerker, ambtgenoot, ambtsbroeder, confrater, gildebroeder, kunstbroeder

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor kollega (Zweeds) in het Nederlands

kollega:

kollega [-en] zelfstandig naamwoord

kollega (medarbetare)
de collega; de vakgenoot; de ambtgenoot
- collega [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- vakgenoot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- ambtgenoot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
kollega (arbetskamrat)
de confrater
- confrater [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kollega:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ambtgenoot	kollega; medarbetare
collega	kollega; medarbetare
confrater	arbetskamrat; kollega
vakgenoot	kollega; medarbetare

Synoniemen voor "kollega":

yrkesbroder; arbetskamrat; medarbetare

Wiktionary: kollega

Cross Translation:

From	To	Via
• kollega	→ collega	↔ colleague — fellow member of a profession
• kollega	→ medewerkster; collega; medewerker	↔ coworker — somebody with whom one works; a companion or workmate
• kollega	→ collega	↔ Kollege — Person, die mit anderen zusammen im gleichen Unternehmen oder im gleichen Beruf tätig ist
• kollega	→ ambtgenoot; collega; medewerker	↔ collègue — (vieilli) Celui, celle qui exercer une fonction rémunérer par l’État, par rapport à ceux qui exercent cette même fonction.
• kollega	→ collega; ambtsbroeder; confrater; gildebroeder; kunstbroeder	↔ confrère — Celui qui fait partie d’une compagnie, d’une société religieux, littéraire, artistique, etc., particulièrement quand il admettre par les autres membres à en faire partie. — note Dans ce sens, il s’oppose à collègue.

Verwante vertalingen van kollega

konst kollega