Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Nederlands ->Zoek: konkurs

Zweedse en Nederlandse zoekresultaten voor: konkurs

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

konkurs:
- faillissement; bankroet
Wiktionary:
- konkurs → deconfiture, faillissement
- konkurs → faling, failliet, bankroet, surseance van betaling, faillissement, krach

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor konkurs (Zweeds) in het Nederlands

konkurs:

konkurs [-en] zelfstandig naamwoord

konkurs
het faillissement; het bankroet
- faillissement [het ~] zelfstandig naamwoord
- bankroet [het ~] zelfstandig naamwoord
konkurs
het faillissement
- faillissement [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor konkurs:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bankroet	konkurs
faillissement	konkurs
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bankroet		bankrutt; konkursmässig; konkursmässigt; ruinerat

Wiktionary: konkurs

konkurs

noun

faillissement, bankroet
- deconfiture → konkurs
de toestand van iemand die, blijkens rechterlijk onderzoek, niet in staat is aan zijn financiële verplichtingen te voldoen.
- faillissement → konkurs

Cross Translation:

From	To	Via
• konkurs	→ faling; failliet; bankroet; surseance van betaling	↔ bankruptcy — legally declared or recognized condition of insolvency
• konkurs	→ bankroet	↔ Konkurs — Zahlungsunfähigkeit, Bankrott
• konkurs	→ bankroet; failliet; faillissement; krach	↔ banqueroute — délit accompli par le commerçant ou dirigeant qui commet certaines fautes graves alors qu'avoir lieu le redressement ou la liquidation judiciaire du commerce ou de la société gérée, pour cause d’insolvabilité réelle ou feinte.

Verwante vertalingen van konkurs