Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. krans:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. krans:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor krans (Zweeds) in het Nederlands

krans:

krans [-en] zelfstandig naamwoord

  1. krans (lagerkrans)
    de lauwerkrans; de zegekrans; laurierkrans

Vertaal Matrix voor krans:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
laurierkrans krans; lagerkrans
lauwerkrans krans; lagerkrans
zegekrans krans; lagerkrans

Wiktionary: krans


Cross Translation:
FromToVia
krans krans Kranz — ringförmiges Schmuckgewinde aus Blumen, Stroh, oder anderen organischen Materialien,
krans anthologie Kranz — Lieder- oder Gedichtsammlung
krans tandwiel achter; pignon Kranz — ringförmiges Gebäck
krans krans wreath — ornamental circular band



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor krans (Nederlands) in het Zweeds

krans:

krans [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de krans (kralenkrans; kransje)
    pärldiadem

Vertaal Matrix voor krans:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pärldiadem kralenkrans; krans; kransje

Verwante woorden van "krans":

  • kransen

Wiktionary: krans


Cross Translation:
FromToVia
krans krans Kranz — ringförmiges Schmuckgewinde aus Blumen, Stroh, oder anderen organischen Materialien,
krans krans wreath — ornamental circular band