Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. kul:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. kul:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor kul (Zweeds) in het Nederlands

kul:

kul bijvoeglijk naamwoord

  1. kul (humoristisk; komisk; skojigt; )
    humoristische

kul zelfstandig naamwoord

  1. kul (spex; rolig; parodi; karikatyr; tokighet)
    de koddigheid; de kluchtigheid

Vertaal Matrix voor kul:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kluchtigheid karikatyr; kul; parodi; rolig; spex; tokighet busighet; okynighet; skälmskhet; spjuveraktighet
koddigheid karikatyr; kul; parodi; rolig; spex; tokighet busighet; okynighet; skälmskhet; spjuveraktighet
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
humoristische humoristisk; humoristiskt; komisk; komiskt; kul; kult; roligt; skojigt

Synoniemen voor "kul":


Wiktionary: kul


Cross Translation:
FromToVia
kul plezant; lollig; leuk; plezierig fun — enjoyable, amusing
kul lol Spaßunzählbar: Freude; Vergnügen



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kul (Nederlands) in het Zweeds

kul:

kul [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de kul (nonsens; humbug; onzin; zotteklap; larie)
    struntprat; smörja; skitsnack; nonsens
  2. de kul (kletskoek; humbug; flauwekul; )
    svammel; strunt; nonsens; struntprat

Vertaal Matrix voor kul:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nonsens apekool; flauwekul; gebeuzel; geleuter; gezwam; gezwets; humbug; klets; kletskoek; kolder; kolderverhaal; kul; larie; nonsens; onzin; rimram; waanzin; zotteklap brabbeltaal; gebrabbel
skitsnack humbug; kul; larie; nonsens; onzin; zotteklap charlatan; flut; kwakzalver; wonderdokter
smörja humbug; kul; larie; nonsens; onzin; zotteklap zwijnerij
strunt apekool; flauwekul; gebeuzel; geleuter; gezwam; gezwets; humbug; klets; kletskoek; kolder; kolderverhaal; kul; larie; nonsens; rimram; waanzin gebazel; geklets; geleuter; gelul; gewauwel; gezwam; gezwets; leuterpraat
struntprat apekool; flauwekul; gebeuzel; geleuter; gezwam; gezwets; humbug; klets; kletskoek; kolder; kolderverhaal; kul; larie; nonsens; onzin; rimram; waanzin; zotteklap brabbeltaal; flut; gebazel; gebrabbel; geklets; geleuter; gelul; gewauwel; gezwam; gezwets; leuterpraat
svammel apekool; flauwekul; gebeuzel; geleuter; gezwam; gezwets; humbug; klets; kletskoek; kolder; kolderverhaal; kul; larie; nonsens; rimram; waanzin
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
smörja doorsmeren; inoliën; invetten; oliën; smeren; zalven

Verwante woorden van "kul":

  • kullen