Zweeds
Uitgebreide vertaling voor lovtal (Zweeds) in het Nederlands
lovtal: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- lov: vakantie; verlof; snipperdag; verloftijd; verlofjaar; akkoord; goedkeuring; toestemming; goedvinden; fiat; permissie; vergunning; feestdagen; licentie
- tal: woord; cijfer; getal; uitspraak; spreekbeurt; lezing; toespraak; rede; voordracht; speech; redevoering; articulatie; declamering; gesproken woord
- Tal: Spraak
- löv: blad; boomblad; bladknooppunt
- åtal: rechtsingang