Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Nederlands ->Zoek: näbb

Zweedse en Nederlandse zoekresultaten voor: näbb

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

näbb:
- bek; smoel; muil; waffel; smoelwerk; snebben
Wiktionary:
- näbb → snavel
- näbb → bek, snavel, snater, snep, tuit, neb, vogelbek, nebbe

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor näbb (Zweeds) in het Nederlands

näbb:

näbb [-en] zelfstandig naamwoord

näbb (käft; gap; mun)
de bek; de smoel; de muil; de waffel; het smoelwerk
- bek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- smoel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- muil [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- waffel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- smoelwerk [het ~] zelfstandig naamwoord
näbb (lagförslag)
de snebben
- snebben [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor näbb:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bek	gap; käft; mun; näbb
muil	gap; käft; mun; näbb	slipper; toffla
smoel	gap; käft; mun; näbb	fejs; nylle
smoelwerk	gap; käft; mun; näbb	fejs; nylle
snebben	lagförslag; näbb
waffel	gap; käft; mun; näbb

Wiktionary: näbb

näbb

noun

een bek van een vogel
- snavel → näbb

Cross Translation:

From	To	Via
• näbb	→ bek; snavel	↔ beak — structure projecting from a bird's face
• näbb	→ bek; snavel	↔ bill — bird's beak
• näbb	→ bek; snavel; snater; snep; tuit	↔ Schnabel — Zoologie: das Mundwerkzeug bestimmter Tiere
• näbb	→ bek; neb; snavel; tuit; vogelbek; nebbe	↔ bec — Traductions à trier suivant le sens