Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. närvaro:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor närvaro (Zweeds) in het Nederlands

närvaro:

närvaro [-en] zelfstandig naamwoord

  1. närvaro
    de aanwezigheid; de presentie
  2. närvaro
    de opwachting
  3. närvaro
    de aanwezigheid

Vertaal Matrix voor närvaro:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanwezigheid närvaro bevittning; i närvarande av
opwachting närvaro
presentie närvaro

Synoniemen voor "närvaro":


Wiktionary: närvaro


Cross Translation:
FromToVia
närvaro aanwezigheid; tegenwoordigheid presence — fact or condition of being present
närvaro aanwezigheid; bijzijn; presentie; tegenwoordigheid présenceexistence d’une personne dans un lieu donner.