Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. tendens:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. tendens:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor tendens (Zweeds) in het Nederlands

tendens:

tendens [-en] zelfstandig naamwoord

  1. tendens
    het modeverschijnsel; de trend
  2. tendens
    de tendensen
    • tendensen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  3. tendens
    de tendentie
  4. tendens (betydelse; avsikt; mening)
    de betekenis; de bedoeling; beduidenis; beduiding
  5. tendens (drift)
    de drevel
    • drevel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  6. tendens (drift)
    de teneur; de geest; de strekking
    • teneur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • geest [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • strekking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  7. tendens (trend)
    de tendens; de neiging; de trend; de geneigdheid
    • tendens [de ~] zelfstandig naamwoord
    • neiging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • trend [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • geneigdheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tendens:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bedoeling avsikt; betydelse; mening; tendens
beduidenis avsikt; betydelse; mening; tendens
beduiding avsikt; betydelse; mening; tendens
betekenis avsikt; betydelse; mening; tendens avsikt; betydelse; innehåll; intention; mening; värde; värderingar
drevel drift; tendens
geest drift; tendens förstånd; intelligens; mental förmåga; mental kapacitet; spöke; spöklik uppenbarelse
geneigdheid tendens; trend benägenhet; böjelse; håg
modeverschijnsel tendens
neiging tendens; trend ansättande; benägenhet; böjelse; håg; krävande; tillmanande
strekking drift; tendens andemening; innebörd; innehåll
tendens tendens; trend andemening; innebörd; innehåll
tendensen tendens tendenser
tendentie tendens
teneur drift; tendens
trend tendens; trend mode; sätt; vis

Synoniemen voor "tendens":


Wiktionary: tendens

tendens
noun
  1. beweging in bepaalde richting, neiging

Cross Translation:
FromToVia
tendens neiging tendency — likelihood of behaving in a particular way

Verwante vertalingen van tendens



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tendens (Nederlands) in het Zweeds

tendens:

tendens [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de tendens (strekking)
    innehåll; innebörd; andemening
  2. de tendens (neiging; trend; geneigdheid)
    trend; tendens
    • trend [-en] zelfstandig naamwoord
    • tendens [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tendens:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
andemening strekking; tendens
innebörd strekking; tendens belang; gewichtigheid
innehåll strekking; tendens aanbevolen inhoud; behelzen; betekenis; capaciteit; grootte in de ruimte; inhoud; inhouden; inhoudsruimte; onderwerp; subject; thema; thema van een boek; volume; waarmee iets gevuld is; wat ergens in zit
tendens geneigdheid; neiging; tendens; trend bedoeling; beduidenis; beduiding; betekenis; drevel; geest; modeverschijnsel; strekking; tendensen; tendentie; teneur; trend
trend geneigdheid; neiging; tendens; trend

Verwante woorden van "tendens":


Wiktionary: tendens

tendens
noun
  1. beweging in bepaalde richting, neiging