Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Nederlands ->Zoek: tråg

Zweedse en Nederlandse zoekresultaten voor: tråg

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

tråg:
- bak; etensbak; etensbakje; teiltje
Wiktionary:
- tråg → trog

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor tråg (Zweeds) in het Nederlands

tråg:

tråg [-ett] zelfstandig naamwoord

tråg (matskål)
de bak; de etensbak
- bak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- etensbak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
tråg (matskål)
het etensbakje
- etensbakje [het ~] zelfstandig naamwoord
tråg (balja; skål; bunke; vanna)
het teiltje
- teiltje [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tråg:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bak	matskål; tråg	behållare; binge; container; fat; fängelse; hink; kattlåda; kattoalett; skoj; skämt; vits
etensbak	matskål; tråg
etensbakje	matskål; tråg
teiltje	balja; bunke; skål; tråg; vanna

Synoniemen voor "tråg":

behållare; låda; kärl

Wiktionary: tråg

tråg

noun

een langgerekte voederbak.
- trog → tråg
een langgerekte, nauwe en diepe kloof in de zeebodem veroorzaakt door subductie van een tektonische plaat.
- trog → tråg