Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. trakt:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor trakt (Zweeds) in het Nederlands

trakt:

trakt [-en] zelfstandig naamwoord

  1. trakt (region; område; nejd)
    de regio; de streek
    • regio [de ~] zelfstandig naamwoord
    • streek [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor trakt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
regio nejd; område; region; trakt cacheområde; landsdel; område
streek nejd; område; region; trakt distrikt; landsdel; område; region; trick; upptåg; zon

Synoniemen voor "trakt":


Wiktionary: trakt


Cross Translation:
FromToVia
trakt regio; gebied; streek region — any considerable and connected part of a space or surface
trakt gebied tract — an area
trakt buurt; omgeving vicinity — neighbourhood, or the nearby region
trakt gebied; gewest; regio; streek; landstreek; land contrée — géographie|fr certain étendue de pays.
trakt gebied; gewest; regio; streek; landstreek région — toponymie‎|fr Vaste territoire ; étendue de pays.