Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Nederlands ->Zoek: trut

Zweedse en Nederlandse zoekresultaten voor: trut

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

trut:
- Wiktionary:
  trut → meeuw, smoel
- Synoniemen voor "trut":
  käft; mun

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

trut:
- fnask; åsna; klantskalle

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor trut (Zweeds) in het Nederlands

trut:

Synoniemen voor "trut":

käft; mun

Wiktionary: trut

Cross Translation:

From	To	Via
• trut	→ meeuw	↔ gull — seabird
• trut	→ meeuw	↔ seagull — bird of the family Laridae
• trut	→ smoel	↔ Fresse — salopp: Mund

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor trut (Nederlands) in het Zweeds

trut:

trut [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de trut (troela; troel)
fnask
- fnask [-ett] zelfstandig naamwoord !
de trut (takkewijf)
åsna; klantskalle
- åsna [-en] zelfstandig naamwoord
- klantskalle [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor trut:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fnask	troel; troela; trut
klantskalle	takkewijf; trut	beunhaas; druiloor; koekenbakker; oen; schaapskop; sufferd; sul
åsna	takkewijf; trut	ezel; ezelin

Verwante woorden van "trut":

trutten