Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. ananas:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. ananas:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor ananas (Zweeds) in het Nederlands

ananas:

ananas [-en] zelfstandig naamwoord

  1. ananas
    de ananas
    • ananas [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. ananas
    de ananassen
    • ananassen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor ananas:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ananas ananas
ananassen ananas

Wiktionary: ananas


Cross Translation:
FromToVia
ananas ananas pineapple — plant
ananas ananas pineapple — fruit
ananas ananas Ananas — tropische Frucht der gleichnamigen Pflanzenart

Computer vertaling door derden:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ananas (Nederlands) in het Zweeds

ananas:

ananas [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de ananas
    ananas
    • ananas [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor ananas:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ananas ananas ananassen

Verwante woorden van "ananas":


Verwante definities voor "ananas":

  1. tropische gele vrucht met geschubde bruine buitenkant1
    • we eten ananas met slagroom toe1

Wiktionary: ananas


Cross Translation:
FromToVia
ananas ananas pineapple — plant
ananas ananas pineapple — fruit
ananas ananas Ananas — tropische Frucht der gleichnamigen Pflanzenart

Computer vertaling door derden: